Handen op mijn buik

De eerste weken van de zwangerschap waren best pittig. Mijn emoties vlogen alle kanten op. Ik heb ADHD, en de echoscopiste had me al verteld dat je dat in het begin en aan het einde van de zwangerschap vaak zwaarder kunt ervaren. Bij mij was dat zeker zo. Ik was boos, verdrietig, blij - alles tegelijk. Gelukkig bleef Vin altijd lief en geduldig, al maakte ik het hem soms best lastig.

 

Ik was ook vaak moe en had veel last van hevige hoofdpijn. Overal op het internet las ik dat paracetamol geen kwaad kon, maar toch durfde ik het niet te nemen. De angst dat het misschien tóch niet goed zou zijn, was groter dan mijn behoefte om de pijn te verlichten…

 

Daarnaast merkte ik dat ik gedurende de hele zwangerschap erg bang was dat er iets mis zou gaan. Ik heb in mijn leven vaker pech gehad en kon me bijna niet voorstellen dat dit wonder zomaar in één keer goed zou verlopen. Bij elke afspraak met de verloskundige deelde ik mijn angsten, en telkens weer stelde zij me gerust. Even kon ik de zorgen loslaten en weer wat vertrouwen voelen.

 

Ik leefde steeds naar de volgende grens toe. Eerst naar dat punt waarop de kans op een miskraam heel klein zou worden, en we ons nieuws eindelijk met iedereen durfden te delen. Daarna naar de 20-wekenecho, waar de baby helemaal werd nagekeken. Alles klopte, alles was goed met ons kindje, we waren zó gelukkig! Vervolgens leefde ik naar de 26 weken, omdat ik wist dat ons kindje vanaf dat moment levensvatbaar zou zijn, ook als ze misschien te vroeg geboren zou worden. Elke keer werd ik een beetje geruster, alsof er steeds een laagje spanning van me afviel…

 

Daarom vond ik het belangrijk om mijn zwangerschap al vroeg met mijn collega’s te delen. Ik wilde niet dat, als er iets mis zou gaan, niemand mijn geluk had meegemaakt en niemand mijn verdriet zou begrijpen. Ik wilde dat mensen met mij konden meeleven, in blijdschap én - als het moest - ook in verdriet.

 

Tussen al die angsten en mijlpalen door waren er ook momenten van pure magie. Op 26 augustus mochten we voor het eerst naar het hartje van onze dochter luisteren. We hadden allebei tranen in onze ogen. Wat klonk het prachtig, wat klonk het sterk. Voor het eerst hoorden we het hartje kloppen van het kindje dat wij samen hadden gemaakt. Het klonk alsof de wereld even stilstond en alleen het adembenemende geluid van dat mooie kloppende hartje er nog was.

 

Gelukkig veranderde alles toen ik het tweede trimester inging. De hoofdpijn verdween als sneeuw voor de zon en ineens voelde ik me zoveel lichter. Ik was opgewekter, werken ging beter en ik kon echt genieten van de zwangerschap. 

 

In het tweede trimester begon ook het échte babyshoppen. Samen met Mecx ging ik voor het eerst naar Babypark. Alleen al daar rondlopen voelde bijzonder: overal spulletjes die straks voor óns kindje zouden kunnen zijn. Niet veel later plande ik ook een Babypark-date met mijn nicht Maura. Dat was extra speciaal, omdat zij zelf ook zwanger was - van een zoontje. Het was geweldig om samen ideeën op te doen, te dromen over hoe we alles zo mooi mogelijk zouden maken voor onze kindjes. We spraken over muurschilderingen, en ik vertelde Maura dat ik er zelf één wilde maken. Ondertussen werd elk bedje, elk wiegje, elk dekentje bekeken alsof het al voor hén bestemd was. Het voelde gelijk al alsof onze kinderen straks samen een stukje toekomst zouden delen.

 

Op 25 september, zat ik vroeg in de ochtend in de auto onderweg naar mijn werk. Om 6:20 uur, stond ik stil bij het stoplicht, en voelde ik ineens een klein plopje in mijn buik. Iets dat ik nog nooit eerder had gevoeld. Ik had al vaker gedacht dat ik iets voelde bewegen, maar dit was anders - dit wás het! Het allereerste schopje. Ik belde Vin meteen op, en we begonnen allebei vol blijdschap en geluk aan onze werkdag.

 

De maanden daarna voelde ik haar steeds vaker. Vin legde vaak zijn oor op mijn buik, hopend dat hij haar zou kunnen horen. Meevoelen lukte toen nog niet. Pas later, toen we de schopjes ook aan de buitenkant van mijn buik konden zien, kon Vin haar eindelijk voelen. Hij vond het geweldig!
Ik liep elke dag, de hele dag, met mijn handen op mijn buik. Onze dochter was een echte druktemaker. Ik voelde haar vaak schoppen, maar soms ook hikken. Daar moest ik vaak een beetje om lachen - na een paar keer hikken schopte er meteen bij, alsof ze wilde zeggen hoe vervelend ze het vond.

 

Ook op mijn werk leefden de kinderen mee. Ik werk op de peutergroep met kinderen tussen de twee en vier jaar. Ze aaiden vaak over mijn buik en probeerden haar te voelen. Soms lukte dat, en dan verschenen er kleine, trotse glimlachjes op hun gezichtjes. Hun opmerkingen waren zo grappig en puur: ze dachten dat ik de baby had doorgeslikt of dat ik haar onder mijn kleren verstopte. Een aantal kinderen gaf soms zelfs spontaan een kusje op mijn buik, voor de baby.

 

Ik fantaseerde er vaak over hoe het zou zijn om mijn kindje straks aan “mijn” peuters te laten zien. Hoe ze haar eindelijk zouden mogen ontmoeten, misschien even met mij vasthouden of voorzichtig een aai over haar bolletje geven. Ergens zag ik op tegen mijn verlof, omdat ik wist dat ik de kinderen zo zou gaan missen. Sommige van hen zouden vier jaar worden in die periode, en ik had het al in mijn agenda gezet: die verjaardagen zou ik niet missen. Ik zou langsgaan om ze uit te zwaaien, ik zou mijn eigen kleine meisje meenemen als ze dan groot genoeg zou zijn.

Maak jouw eigen website met JouwWeb